0B654334-0D5C-4260-B403-3E2AFE29107FEen balboog is een soort kruisboog waarmee loden balletjes worden afgeschoten in plaats van pijlen; het schieten gebeurde op een staande wip van 18 meter hoog.

Het Nemrod genootschap was een balboogvereniging van vrijzinnige strekking die in 1843 door baron Edouard Octave Léon de Saint-Genois opgericht werd, en als erevoorzitter de hertog van Brabant (de titel van Leopold I, eerste koning van België) had. Zij kende bij de aanvang 22 leden.  Het genootschap beoefende zijn sport oorspronkelijk op een terrein aan de Visserij, maar verhuisde in 1848 naar de suikerraffinaderij van Charles Van de Woestyne.

Zij besloten de tweede en derde verdieping van het middenpand te laten omvormen tot één verdieping met een luxueuze feestzaal. Het ontwerp voor deze zaal werd in handen gegeven van architect M. Hendrik Martens. De uitvoering werd verzorgd door timmerman/schrijnwerker Fievé-Steppe, met de eclectische versiering geconcipieerd door Francis Jacobus Delanier. Deze laatste verzorgde ook de versiering van een balzaal in de huidige Gentse opera.

De zaal werd op 6 juli 1852 met veel feestgedruis en een balboogschieting ingehuldigd.

Aangezien de schietingen buiten plaatsvonden en de maatschappij ook nog andere zaken organiseerde, werd in dat jaar–om meer ruimte te creëren voor opluchtspektakels in de tuin en de toegankelijkheid tot de salons te vergemakkelijken–ook nog de rest van de Minnemeersgracht overwelfd (op kosten van het stadsbestuur).

Het verenigingsleven omvatte naast de balboogsport ook liefdadige activiteiten voor de armen van Gent. Zo richtten ze in 1854 een tentoonstelling in waarvan de opbrengst doorgegeven werd aan noodlijdende werkloze arbeiders, getroffen door de toentertijd dure voedselprijzen. In 1866 werd een concert op touw gezet ten voordele van de slachtoffers van een epidemie in de H. Kerstparochie.

Ze verhuurden hun lokaal soms ook door aan andere verenigingen, zoals het Willemsfonds, waarvan Saint-Genois ook lid was.

Vanaf 1870 kregen de gebouwen voor het eerst de bestemming waarvoor ze ook nog vandaag gebruikt worden: onderwijs.

Toen werd een deel van het gebouw verhuurd voor de inrichting van een bewaarschool en een patronage voor jonge meisjes uit de Sint-Jacobsparochie. Ook de tuin werd omgevormd tot een schoolkoer met beplanting, onder andere de nu nog aanwezige lindebomen. Dit gebeurde in het kader van de schoolbouwfilosofie die in de 19de eeuw de bovenhand had, namelijk de aanleg van speelplaatsen in een groene omgeving.

De zaal werd in 1872 verlaten door de Nemrod balboogmaatschappij, die na de dood van haar voorzitter Saint-Genois verhuisde naar de Garenmarkt. Dat Saint-Genois de drijvende kracht achter het gezelschap was, blijkt uit het feit dat de vereniging van dan af in verval geraakte en uiteindelijk op 1 augustus 1893 werd ontbonden.