In de periode 1310-1320 woonde een belangrijke Gentse figuur, Willem de Beer, in de wijk. Dit vooraanstaand lid van de weverij was eerste schepen van de Keure (te vergelijken met de huidige burgemeester) en hoofdman. In de beslissende periode dat de macht (mede) in handen kwam van de ambachten, was hij de eerste bekende politieke figuur van belang te Gent. Samen met een hele reeks andere Gentenaren werd hij in 1319 uit Vlaanderen verbannen na een opstand tegen de graaf. In 1325 was hij, net als 625 (!) andere bij naam bekende Gentse leden van de anti-grafelijke partij, nog steeds voortvluchtig.
Vermoedelijk was Willem nauw betrokken bij de bouw van het Belfort, de Wolweverskapel in de Kortedagsteeg en het Sint-Jan en Sint-Pauwelgodshuis (de Leugemeete) destijds in de Brugsepoortstraat. Zijn naam stond vermeld op Klokke Roeland die gegoten werd toen hij voorschepen was. De in kopie bewaard gebleven muurschilderijen uit de Leugemeete van de ten strijde trekkende Gentse gemeentenaren, geven aan hoe mannen als Willem en zijn “gezellen” zichzelf zagen.
De woning van Willem was gesitueerd in een steeg die al in de 14de eeuw naar hem genoemd werd: de Willem de Beersteeg. Het is de enige Gentse straatnaam die, zij het met voor de hand liggende vervormingen, al die tijd door onafgebroken de naam van een historische figuur behield. De grenzen van het terrein dat hij in cijns kreeg van de stad, vielen ongeveer samen met deze van de latere speelplaats met de linden, voor de Nemrodzaal van de Artevelde Hogeschool. Opmerkelijk is wel dat ook zo’n figuur op stadsgrond ging wonen. Heel wat van die grond werd in cijns gegeven aan personen die deel uitmaakten van het stadsbestuur of er dicht tegen aanleunden. Het cijnsperceel van Willem de Beer was trouwens het allergrootste in de wijk. Na zijn dood omstreeks 1330 werd het verdeeld in een zestal huispercelen.