Deze zonderling klinkende naam gaat terug op een zeer oude, maar foutieve traditie ontstaan in de Sint-Baafsabdij. Volgens deze overlevering zou de gracht waarlangs deze kaaistraat liep, een onderdeel geweest zijn van de grens tussen het Duitse (Ottoonse) rijk en het Franse koninkrijk. Hij verwijst naar Keizer Otto I (912-973). Andere en in de eerste eeuwen meer gebruikte namen waren het nogal omslachtige Gracht over de (Vrijdag)Markt en Sint-Jacobsgracht.
In de jaren 1700 was Baudelooleyken gebruikelijk. De straat kreeg haar huidige (vrij) brede uitzicht nadat de gracht in 1872 gedempt werd.
Enkel de kant met even nummers hoort bij de Waterwijk.
- Ottogracht 2 (oud kad. nr. 754)
- Ottogracht 4 (oud kad. nr. 757)
- Ottogracht 6 - 8 (kad. nr. 238d,g,f,h)
- Ottogracht 10 (kad. nr. 239b)
- Ottogracht 12-16 (kad. nr. 242*)
- Ottogracht 18 (kad. nr. 242*)
- Ottogracht 20 (kad. nr. 102a)
- Ottogracht 22 (kad. 102a)
- Ottogracht 24 (kad. nr. 105)
- Ottogracht 26 (kad. nr. 106a)
- Ottogracht 28 (107b)
- Ottogracht 30 (kad.nr. 85h)
- Ottogracht 32-36 (kad. nr. 108a)
- Ottogracht 38 (kad. nr. 109a)
- Ottogracht 40 (kad. nr. 110b)
- Ottogracht 42 (kad. nr. 114b)
- Ottogracht 44 (kad. nr. 115a)
- Ottogracht 46 (kad. nr. 116a)
- Ottogracht 48, 50 (kad. nr. 117c, 117d)
- Ottogracht 52-56 (kad. nr. 70b, 70c)